Rob Baan: van deelnemer en ambassadeur naar Corso-voorzitter

MONSTER – Rob Baan treedt begin april aan als voorzitter van het Varend Corso Westland. Hij volgt daarmee Pleun van der Ende op die tijdens de nieuwjaarsreceptie van het Corso aangaf de voorzittershamer, na vier jaar, over te willen dragen.

 

Van der Ende trad aan als opvolger van Kees Mostert. “In een lastige tijd”, zo oordeelt hij. “We zaten in de nasleep van de economische crisis die ervoor zorgde dat de hoofdsponsor afhaakte en andere sponsoren hielden de hand op de knip. We hadden wel een hele grote groep razend enthousiaste vrijwilligers, maar de financiële middelen waren krap. Er moest dus bezuinigd worden, op de schippersbijdragen, op de catering. De opening kregen we gelukkig aangeboden door de Tuinderij. We namen wel een groot risico door ook de overdekte tribune weg te bezuinigen, maar gelukkig hadden we telkens goed weer tijdens de opening. Afgelopen jaar hebben we Koppert Cress als cateraar binnen weten te halen. Daarnaast hebben we de omliggende gemeentes weten te mobiliseren. Bovendien visten we met de vrienden van het corso en de sponsorcommissie in hetzelfde vijvertje. Die twee clubs hebben we bij elkaar gebracht. Toen hebben we ook de club van 1000 voor het voetlicht gebracht. Voor veel bedrijven was het sponsorbedrag van 1000 euro geen onoverkomelijk bezwaar zodat we de laatste drie jaar met een positief resultaat hebben gewerkt.”

 

Trots uitstralen

Aan de finish kan Van der Ende terugkijken op vier vruchtbare jaren. “We hebben vier schitterende corso’s op het water gebracht en bestuurlijk zijn we een andere weg ingeslagen. Van een dagelijks en een algemeen bestuur, waarbij het DB de zaken voorkauwde die het algemeen bestuur zonder commentaar moest slikken, zijn we naar een bestuur gegaan waarin iedereen een stem heeft. Dat had zijn uitwerking op de samenstelling van de werkgroepen. De pr-groep bestaat uit tien razend enthousiaste jongelui, de crea-groep  bestaat uit zes mensen. Nu is het tijd dat het Westlandse bedrijfsleven de trots van het Westland gaat uitstralen. Het bedrijfsleven moet aanhaken en daar heb je een ander type bestuurder voor nodig. Bovendien, ik ben 67, heb dotten van kleinkinderen en een camper. Ik zit op een Probusclub en een koor waar de laatste jaren best wat mensen zijn weggevallen. Ik heb er over nagedacht en alles bij elkaar heb ik voor mezelf en mijn gezin gekozen en draag ik die mooie club mensen over.”

 

Westland op de kaart

In de zoektocht naar een opvolger kwam het corso-bestuur bij Rob Baan terecht. Baan was al drie jaar ambassadeur van het corso en al jaren een enthousiaste deelnemer. Ondanks een bomvolle agenda hoefde de Enkhuizer niet lang na te denken voor hij zijn ja-woord gaf. “Westland is een uniek centrum van de tuinbouw, dat is echt de moeite waard. Ik verwijt de Westlanders wel eens dat ze niet trots genoeg op zichzelf zijn. We hebben een paar grote elementen; het World Horti Center, Kom in de Kas en het Varend Corso. Daarmee kun je het Westland op de kaart zetten. De eerste keer dat ik het corso zag werd ik getroffen door de kleuren, de stijl, de humor en de boodschap en toen dacht ik:  ja, hier hoor ik bij. We hebben jaren als deelnemer de grootsheid van het corso ervaren. Toen mij gevraagd werd de hamer van Pleun over te nemen hoefde ik niet na te denken.”

Baan heeft ervaring in het promoten van zaken. “Mijn eigen zaak kwam uit het niets en is inmiddels redelijk bekend, als ik dat mag zeggen. De technieken die we daarbij hebben toegepast, kunnen we ook op het corso loslaten. We hebben een geweldige club jonge en enthousiaste medewerkers, dus dat moet lukken. De boodschap van mijn verhaal is: breng het Westland naar zijn omgeving toe in plaats van de omgeving naar het Westland. Ga met het paradepaardje dat corso heet door de steden. Maak er een wij-beleving van. Ik hoop dat veel mensen nieuwsgierig worden door het corso en dat we daardoor zelfs medewerkers krijgen vanuit de omliggende gemeentes. We kunnen mensen genoeg gebruiken in de tuinbouw. Laat de burgemeester van Westland maar met een kist groenten naar zijn collega’s in de omliggende gemeenten gaan om te laten zien waar we hier mee bezig zijn.”

Grote steden moeten meedoen

Baan zal op zijn manier gestalte geven aan zijn nieuwe functie. “Er lopen heel veel mensen rond die al jaren aan het corso meewerken. Die hebben er verstand van. Die staan voor hun taak. Als ze mijn ondersteuning nodig hebben dan hoor ik dat van ze en dan kom ik er bij. Kijk naar mijn bedrijf; daar lopen 300 mensen rond, die heb ik ook niet onder controle. Die doen hun eigen ding, alleen het totale plaatje, dat heb ik vlijmscherp op mijn netvlies.”

“En er zijn kansen voor het corso. De interactie tussen mensen op de boten en op de kant kan beter. Er ontstaan al wat feesten op de kades, maar die kunnen beter. Ik kan me voorstellen dat bedrijven een stuk grond claimen om daarop hun relaties in de watten te leggen tijdens het corso. We hebben met onze foodtruck langs de kant gestaan, met een hapje, een mooi glaasje wijn en een stukje amusement voor onze klanten. Hoe mooi kun je het hebben? De grote steden moeten gaan meedoen, Rotterdam, Den Haag we zouden ze moeten aandoen.”