In de 25 jaar van haar bestaan is het Varend Corso Westland met Rob Baan aan haar vijfde voorzitter toe. Het begon allemaal met Cees Zuidgeest die bij gelegenheid van het 800-jarig bestaan van Poeldijk het plan opvatte om een Varend Corso op te tuigen. “En dan niet alleen een paar versierde boten die een rondje om Poeldijk zouden varen, maar een dat in het hele Westland te zien zou zijn”, blikt Zuidgeest terug. “In De Lier hadden ze jaarlijks gondelvaart dus daar hadden ze wat ervaring. Piet Vellekoop zag het idee zitten. Het Lierse Oranjecomité moest enthousiast gemaakt worden. Dat lukte en uiteindelijk was ook Naaldwijk enthousiast. We gingen met zestig boten van start, maar die zagen er anders uit dan nu, 25 jaar later. Het eerste Corso werd een geweldig succes en een traditie was geboren.”
Zuidgeest werd als voorzitter opgevolgd door Hein van der Zande. “Hein, die in september 2021 overleed, was een aardige voorzitter”, herinnert Peter Weber, destijds penningmeester van het bestuur, zich. “Hein was journalist en had een breed netwerk. Hij kende veel mensen en daar had het Corso profijt van. We vergaderden regelmatig bij hem thuis in Maasland en dat ging er redelijk zakelijk aan toe. We hadden toentertijd al een stuk of dertig boten met relatief veel zeilende Westlanders. Hein hield van structuur. Hij was duidelijk en in zijn tijd ontstonden ook de werkgroepen en commissies. Hein werkte aan een professionele organisatie. Toen zijn periode erop zat hebben we Kees Mostert benaderd en die wilde het stokje wel overnemen.”
“Ik was in 2005 net als voorzitter gestopt bij de Veiling”, herinnert Mostert zich. “Ik wilde wat anders gaan doen. De politiek heeft even aan me getrokken, maar daar ben ik afgehaakt. Dat Corso vond ik wel leuk en uitdagend. Ik heb een paar bestuursvergaderingen bijgewoond en dat beviel me wel. Er zat een mooie club vrijwillige bestuurders in de personen van Peter Weber, Kees Vriend, Joke Maat, Dick Boutkan, Bram van Gaalen, allemaal door de wol geverfd en mensen waar ik mee door één deur kon.”
Mostert had één credo: ”Zien en gezien worden. Ik vond dat ik alle werkgroepen moest bezoeken, wel met mijn handen in mijn zakken want ik heb een hekel aan werken.” Velen zullen zich Mostert herinneren als de voorzitter die twee dagen op de fiets langs het Corso fietste. “De eerste dag, met de officiële opening, moest ik netjes in het pak, maar de overige dagen fietste ik met het Corso mee en maakte een praatje met de mensen langs de kant.”
Mostert genoot van het Corso: ”Vooral van de schippersavonden. Een super gemotiveerde groep die aanvankelijk wat mopperig was, maar is uitgegroeid tot een uniek team. En het mooiste is de laatste Corsobrug. Als alle boten terugkwamen dan stonden we ze op de brug toe te juichen en we vroegen ze om volgend jaar weer terug te komen. In mijn periode kwam ook de Duit voor een Schuit van de grond. Ik was niet zo van het bedelen, maar uiteindelijk is de Duit nu de grootste sponsor.”
Na acht jaar werd Mostert opgevolgd door Pleun van der Ende. “In 2015 kwam Kees mij vragen. Ze zochten iemand met bestuurlijke ervaring die de weg wist bij de overheden. Ik vond het een eervolle uitnodiging. Het was wel een hele uitdaging want je hebt te maken met veel vrijwilligers die allemaal gefocust zijn op hun onderdeel binnen het geheel. Het was een klus om het bij elkaar te houden en te motiveren. Financieel kwamen we voor lichte problemen te slaan, maar we dachten met een tocht naar Den Haag het lek boven te krijgen. Dat had veel voeten in de aarde.” Na vier jaar legde Pleun de hamer neer en ging het bestuur op zoek naar een voorzitter met contact in de sector en dat werd Rob Baan.”